Vertraging van het systeem bij het schakelen van de secties
Opdat SECTION-Control tot op de punt nauwkeurig de sectieventielen zou kunnen sluiten en openen, moet u bepalen, hoeveel milliseconden de vloeistof voor het traject van ventiel naar spuitdop nodig heeft. Daarna zal de jobcomputer de ventielen overeenkomstig vroeger of later schakelen.
Parameter
Traagheid aan
Tijd die verloopt tussen het openen van het sectieventiel en het uitstromen van de vloeistof uit de spuitdoppen.
Vuistregel:
- ▪
- Als de spuit te laat schakelt, verhoog dan de waarde van de parameter.
- ▪
- Als de spuit te vroeg schakelt, reduceer dan de waarde van de parameter.
Traagheid uit
Tijd die de spuitdoppen spuiten nadat het ventiel gesloten werd.
Vuistregel:
- ▪
- Als de spuit te laat schakelt, verhoog dan de waarde van de parameter.
- ▪
- Als de spuit te vroeg schakelt, reduceer dan de waarde van de parameter.
Procedure
- þ
- U gebruikt de automatische sectieschakeling SECTION-Control.
- 1.
- Lees de bedieningshandleiding van de app TRACK-Leader om te weten te komen hoe u de traagheidstijden berekent.
- 2.
- Bereken de traagheidstijden.
- 3.
- Open de toepassing van de jobcomputer.
- ⇨
- Het scherm “SECTION-Control” verschijnt.
- 5.
- Voer de berekende vertragingstijden onder “Traagheid aan” en “Traagheid uit” in.