Automatische functies bij het achteruitrijden configureren
Een aantal trekkers kan bij het inschakelen van de achteruitversnelling een signaal via de ISOBUS naar alle ISOBUS-jobcomputers sturen. TRAIL-Control kan zo een achteruitrijsignaal herkennen en daarop reageren.
Standaard wordt bij het herkennen van een achteruitrijsignaal de werking van TRAIL-Control stopgezet. De automatische modus blijft in dit geval geactiveerd, maar de hydraulische ventielen worden niet aangestuurd.
U kunt configureren hoe TRAIL-Control zich moet gedragen, wanneer een achteruitrijsignaal ontvangen wordt.
Procedure
Zo activeert u de automatische functies:
- ⇨
- Het scherm "TRAIL-Control" verschijnt.
- ⇨
- Tweede pagina van "TRAIL-Control" verschijnt.
- ⇨
- In iedereen regel is een automatisme beschreven. Links tussen haakjes ziet men de condities waaronder een mechanisme uitgevoerd wordt. Rechts het resultaat.
- 3.
- Zet een vinkje in de gewenste regel om functies te activeren. In de volgende hoofdstukken worden deze functies uitgelegd.
Weiterführende Informationen