Geometrie bij veldspuiten met twee jobcomputers
De volgende afstanden moet u meten en invoeren:
- ▪
- in de hoofdjobcomputer: Afstanden tussen hoofdspuitboom, as en aanhangpunt.
- ▪
- In de extra jobcomputer: Afstand tussen hoofdspuitboom (CRP_2) en extra spuitboom.
Bij systemen met aan een één zijde uitklapbare extra spuitboom, moet u bovendien de afstand DRP_Y invoeren:
- ▪
- Spuitboom bevindt zich alleen aan de linkerkant: 0 cm
- ▪
- Spuitboom aan de rechter zijde: werkbreedte van de spuitboom in cm
Procedure
Zo voert u de spuitgeometrie in de hoofdjobcomputer in:
- þ
- U hebt in de hoofdjobcomputer de tweede connector geplaatst.
- ⇨
- Op de illustratie zijn twee rode punten zichtbaar: CRP_1 - aanhangpunt; DRP - as; CRP_2 - werkpunt van de hoofdspuitboom. Van dit punt uit moet u later ook de afstand tot de tweede spuitboom meten.
- 2.
- In de regel boven de tekening het betreffende spuittype instellen.
- 3.
- Voer de gemeten waarden in.
Procedure
Zo voert u de spuitgeometrie in de extra jobcomputer in:
- ⇨
- De rode punt CRP_2 markeert de eerste spuitboom.
- 2.
- In de regel boven de tekening selecteren, of de tweede spuitboom zich voor of achter de eerste spuitboom bevindt (in bewegingsrichting gezien): “2e spuitboom achter 1e” of “2e spuitboom voor 1e”
- 3.
- Afstand tussen CRP_2 en de tweede spuitboom (ERP) meten en invoeren.