Kalibreren van de snelheidssensor met de 100m-methode
Bij het kalibreren van de snelheidssensor met de 100m-methode moet u het aantal impulsen vaststellen die de snelheidssensor ontvangt over een afstand van 100 m. Als het aantal impulsen bekend is, kan de jobcomputer de actuele snelheid berekenen.
Als u het aantal pulsen voor de wielsensor weet, kunt u dat ook handmatig invoeren.
Procedure
- þ
- Wielsensor, radarsensor of GPS-snelheidssensor is op de veldspuit gemonteerd.
- þ
- Een afstand van 100 m is uitgemeten en gemarkeerd. De afstand moet met de situatie op de akker overeenkomen. Die moet dus over een weide of een akker lopen.
- þ
- Tractor met de aangesloten machine staat klaar voor een rit van 100 m en bevindt zich aan het begin van het gemarkeerde traject.
- 1.
- Let erop, dat aan alle voorwaarden is voldaan!
- 4.
- De van te voren uitgemeten afstand van 100 m rijden en aan het einde stoppen.
- ⇨
- Gedurende het rijden worden de feitelijk vastgestelde impulsen aangegeven.
- ⇨
- Het aantal impulsen verschijnt in de regel “Pulsen wielsensor”.