Kalibratie van de flowmeter met de spuitdopmethode
Bij de ijking van de debietmeter d.m.v. de sproeimethode bepaalt u de gemiddelde hoeveelheid vloeistof die binnen een bepaalde tijd uit een dop gesproeid wordt.
Functiebeschrijving
Bij de ijking met deze methode moet u zuiver water over de volledige werkbreedte uitrijden en met een maatbeker aan verschillende spuitdoppen de uitgereden hoeveelheid meten.
De debietmeter meet in die tijd de impulsen.
Wanneer u het uitrijden heeft voltooid, moet u invoeren hoeveel water gemiddeld per minuut door een spuitdop gesproeid werd.
De computer berekent dan het aantal impulsen per liter.
Procedure
- þ
- U heeft een maatbeker voorbereid, waarmee u de uitgereden hoeveelheid kunt meten.
- þ
- U heeft een stopwatch voorbereid, om precies een minuut te tellen.
- þ
- Alle secties zijn van tevoren geselecteerd, en de spuit kan op de totale werkbreedte uitrijden.
- þ
- Tank is met helder water gevuld.
- þ
- De ingestelde werkbreedte is correct.
- þ
- Het aantal spuitdoppen per sectie en het aantal secties is correct aangegeven.
- 1.
- Let erop, dat aan alle voorwaarden is voldaan!
- ⇨
- In de regel "Gemeten debiet" verschijnt de actuele stroom.
- 5.
- Naar een spuitdop gaan en met de voorbereide maatbeker het uitgereden water precies 60 seconden lang verzamelen.
- 6.
- Gesproeide waterhoeveelheid opschrijven.
- 7.
- De laatste twee stappen op meerdere spuitdoppen herhalen.
- 8.
- Een gemiddelde van meerdere metingen vaststellen en noteren.
- ⇨
- Het uitrijden wordt gestopt.
- ⇨
- In de regel "3. Nauwkeurige hoeveelheid per spuitdop invoeren" verschijnt een invoerveld.
- 11.
- De gemiddeld uitgereden hoeveelheid in liter in dit veld invoeren.
- ⇨
- De waarde van de parameter "Pulsen hoofdstroom" wordt geactualiseerd.
- ⇨
- U heeft de debietmeter met de sproeimethode gekalibreerd.