Getrokken apparaat tegen de helling sturen
Voor het werken op een helling, kunt u de functie "Helling tegenbesturing" gebruiken.
Functiebeschrijving
Wanneer u de functie "Helling tegenbesturing" gebruikt, kunt u het spoor van het aanhangapparaat naar links of naar rechts verleggen. De richting waarin het spoor wordt verlegd hangt ervan af, of de helling links resp. rechts van de machine oploopt of afloopt.
Het is de bedoeling van de "Helling tegenbesturing" functie om te vermijden dat het aanhangapparaat op een helling schuin op de bewerkingsrichting rijdt.
Procedure
Zo activeert u de functie "Helling tegenbesturing":
Helling tegenbesturing in de automatische modus gebruiken
Wanneer u in de automatische modus werkt, wordt het aanhangapparaat automatisch gestuurd.
Procedure
Zo stuurt u in de automatische modus tegen een helling:
- þ
- Het aanhangapparaat is uitgerust met een hellingsensor:
- þ
- De hellingsensor was bij de ijking van TRAIL-Control aangesloten. De sensorpositie werd sindsdien niet veranderd.
- þ
- Automatische modus is geactiveerd.
- þ
- Functie "Teg.helling sturen" is geactiveerd.
- þ
- Het voertuig met de aanhangapparaat beweegt zich op de helling.
- ⇨
- In het werkscherm verschijnt het symbool
. De rode kleur markeert de normpositie van de hoeksensor op de dissel.
- ⇨
- Elke keer wanneer u het functiesymbool aanraakt, wordt de driehoek meer of minder rood gekleurd.
- ⇨
- TRAIL-Control zal proberen het aanhangapparaat in deze positie te sturen, tot u de positie weer handmatig corrigeert.
- 2.
- Na het keren, wanneer de helling aan de andere kant van het aanhangapparaat ligt, wordt de hoek aan de andere kant gekopieerd.