Company logo
Bedieningshandleiding - SPRAYER-controller 3.0ZoekenInhoudsopgaveHome
 
 
Selectie van de snelheidsbron
 
Ondersteunde snelheidsbronnen:
“Sensor” – Sensoren die aan de veldspuit worden gemonteerd en die aan de jobcomputer aangesloten zijn:
Bijvoorbeeld: Wielsensor, radarsensor, impulsgevende GPS-snelheidssensor
Configuratie: Configureer het aantal impulsen/100 m.
“ISOBUS” – Sensoren die op de tractor gemonteerd zijn en waarvan het signaal via de ISOBUS ontvangen wordt.
Bijvoorbeeld: GPS-ontvanger, wielsensor op de tractor, signaalcontactdoos
Configuratie: Bij systemen zonder de mogelijkheid om de sensoringang te selecteren, moet de parameter “Pulsen wielsensor” op 0 ingesteld zijn.
“Auto” – Vanaf software V7.5 maken sommige systemen een automatische herkenning van de snelheidsbron mogelijk.
Functiebeschrijving: Wanneer een snelheidssignaal op de ISOBUS wordt herkend, wordt deze snelheid als basis genomen. Bij uitval van het signaal neemt de jobcomputer de impulsen van de aan de jobcomputer aangesloten sensor als basis voor de bepaling van de snelheid.
Configuratie: Bij systemen met twee sensortypes is het aangeraden om de aan de jobcomputer aangesloten sensor te kalibreren. In andere gevallen stelt u de parameter “Impulsen wielsensor” op 0 in.
 
 
Procedure 1
 
 
Zo configureert u de snelheidsbron:
1.
In het werkscherm drukt u na elkaar:
 FS_JR3_Einstellungn-Menü >  FS_JR3_Geschwindigkeit-Einstellungen
Het scherm “Snelheid” verschijnt.
2.
Configureer de parameter “snelheidsbron”.
 
 
Procedure 2
 
 
Als in het scherm “Snelheid” de parameter “Snelheidsbron” niet verschijnt en het snelheidssignaal via de ISOBUS moet worden ontvangen, gaat u als volgt te werk:
 
þ
Het snelheidssignaal kan via de ISOBUS ontvangen worden.
1.
Naar het scherm "Machinegegevens" gaan:
 FS_JR3_Einstellungn-Menü
2.
Parameter "Pulsen wielsensor" op "0" instellen.