Company logo
Handleiding MIDI 3.0ZoekenInhoudsopgaveHome
 
 
Kalibreren van de snelheidssensor met de 100m-methode
 
Bij het kalibreren van de snelheidssensor met de 100m-methode moet u het aantal impulsen vaststellen die de snelheidssensor ontvangt over een afstand van 100 m. Als het aantal impulsen bekend is, kan de jobcomputer de actuele snelheid berekenen.
 
 
Na de eerste kalibrering kunt u het aantal impulsen manueel als waarde van de parameter “Impulsen/wielsensor” invoeren.
 
 
 
Procedure
 
 
 
1.
Rij de gierwagen op de akker.
2.
Markeer de bandenpositie op de grond. Bijvoorbeeld met een steen.
3.
Meet een recht, 100 m lang traject en markeer het einde ervan.
4.
In het werkscherm drukt u:
 FS_Maschinendaten > ( FS_weiter_zurück) >  FS_Geschwindigkeit_Einstellungen
Het scherm “SNELHEID” verschijnt.
5.
Kies in de parameter “Snelheidsbron” de waarde “Sensor”.
6.
Kies in de parameter “Rijrichtingsherkenning” de waarde “Sensor”.
7.
 FS_100m_Methode - Roep het scherm “KALIBRERING“ op.
8.
 FS_Starten - Start de kalibrering.
9.
Rij op het gemarkeerde traject.
Tijdens de rit worden de getelde impulsen in het veld “getelde impulsen” getoond.
10.
 FS_Bestätigen - Drukken, wanneer u op de bestemming bent aangekomen.
De kalibrering wordt beëindigd.