Company logo
Bedieningshandleiding - SPRAYER-controller 3.0ZoekenInhoudsopgaveHome
 
 
Alarmmeldingen
 
De volgende tabel bevat een lijst met mogelijke foutmeldingen met een korte indicatie hoe u de fouten kunt verhelpen.
 
 
 
Asvering
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Rechter ashoogtesensor is defect.
Hoeksensor die de veerweg van het rechter wiel meet, is defect.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
Disselhoogtesensor is defect.
Hoeksensor die de veerweg van de dissel meet, is defect.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
Streefwaarde van de as kan niet worden gehouden.
De geplande hoogte van de as of dissel kan niet binnen de opgegeven tijd worden bereikt.
Mechanisch, hydraulisch of elektrisch defect.
Contacteer de service.
Streefwaarde van de dissel kan niet worden gehouden.
Kalibrering van de vering noodzakelijk.
Kalibreer de vering.
Vering: Parameter controleren.
Waarden in de configuratie buiten het geldige bereik.
 
 
AIRTEC
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Druk niet haalbaar.
De regeling haalt niet de gewenste druk.
Controleer de luchttoevoer naar de spuitdoppen en de druksensor.
Snelheid is te hoog.
De gewenste druk aan de spuitdop kan niet worden bereikt.
Snelheid is te laag.
De gewenste druk aan de spuitdop kan niet worden bereikt.
 
 
DISTANCE-Control: Alarmmeldingen tijdens het werk
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Hoeksensor helling defect.
Hoeksensor die de hoek van de spuitboom bepaalt, is defect.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
SPUIT
Hellingsensor defect.
De aan het frame van de veldspuit gemonteerde hellingsensor is defect of werd niet geconfigureerd.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
De sensor wordt zowel voor DISTANCE-Control als voor TRAIL-Control gebruikt en hierdoor bij elk van deze systemen mee gekalibreerd.
SPUITBOOM
Hellingsensor defect.
De aan de spuitboom van de veldspuit gemonteerde hellingsensor is defect of werd niet geconfigureerd.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
US-sensor rechts defect.
De eerste echo van de ultrasoonsensor komt niet terug. Sensor of kabel defect.
US-sensor links defect.
De eerste echo van de ultrasoonsensor komt niet terug. Sensor of kabel defect.
Storing sensoren.
Korte signaalonderbreking bij alle sensoren.
Het is mogelijk dat een actuator aan de sensormassa (GNDE) in de signaalverdeler aangesloten is.
Hoeksensor hoogte defect.
Hoeksensor die de hoogte van de hefmast meet, is defect.
Deze foutmelding verschijnt alleen bij enkele veldspuiten die al vanaf fabriek geconfigureerd zijn.
DISTANCE-Control: Alarmmeldingen tijdens de kalibrering
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Geen US-signaal rechts.
Bij meer dan 50 % van de triggerimpulsen komt geen echo terug.
Geen US-signaal links.
Bij meer dan 50 % van de triggerimpulsen komt geen echo terug.
Hellingsensor niet correct gemonteerd.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
Hellingshoek hoeksensor niet correct gemonteerd.
De signaalspanning bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
Ultrasoonsensoren niet correct gemonteerd.
De sensoren zijn omgekeerd aangesloten. (links en rechts werden in de signaalverdeler omgewisseld).
Geen hellingsignaal.
In de tweede stap van de kalibrering wordt geen signaalverandering op de hellingsensor vastgesteld.
Geen hoeksensorsignaal.
In de derde stap van de kalibrering wordt geen signaalverandering op de hoeksensor vastgesteld.
Uitgangen verwisseld.
Hydraulische ventielen werden verkeerd aangesloten.
Storing sensoren.
Korte signaalonderbreking bij alle sensoren
 
 
SPUITBOOM
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
SPUITBOOM
Uit de transportpositie.
Het alarm is aan de ingangsfunctie Id37 gekoppeld. Weergave via illustratie in de spuitboom en alarmmelding.
SPUITBOOM
Geen vergrendeling.
Het alarm verschijnt, wanneer geen signaal van spuitboom-vergrendelingssensor komt.
Hoeksensor helling defect.
Alarm als de hoogtebesturing geconfigureerd is, maar de hoeksensor van de helling als defect wordt herkend.
 
 
SPUIT
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Restvolume tank.
Het volume van de spuitvloeistof in de tank ligt onder de waarde van de.
SPUIT
Pomptoerental te laag.
Controleer het pomptoerental.
Schakel de pomp aan.
Verhoog het pomptoerental.
SPUIT
Pomptoerental te hoog.
Controleer het pomptoerental.
Reduceer het pomptoerental.
In-/uitklappen verboden: Snelheid is te hoog.
De spuitboom mag alleen bij een staande spuit in- of uitgeklapt worden.
SPUIT
Oliepeil pomp.
Het alarm verschijnt wanneer een sensor een bepaald oliepeil bereikt. Het oliepeil hangt af van de machinefabrikant en montage van de sensor.
Compressor te langzaam.
De compressor is trager dan vooraf ingesteld.
Compressor te snel.
De compressor is te snel.
Filterdruk te hoog.
Drukschakelaar op de filter stuurt een foutmelding.
Ladder links niet in transportpositie.
Het statische signaal van een sensor die de positie van de geleiders controleert.
Ladder rechts niet in transportpositie.
Veldmodus geactiveerd.
Het alarm verschijnt wanneer de jobcomputer “Tractor-ECU” een signaal stuurt dat van Rijden op de openbare weg naar Rijden op akker werd omgeschakeld.
Bij Rijden op de openbare weg worden de toetsen van de joystick genegeerd.
As niet geblokkeerd.
Verschijnt wanneer een maximale snelheid, die voor de niet vergrendelde assen werd gedefinieerd, overschreden wordt. De snelheid wordt door de machinefabrikant vooraf ingesteld.
Vergrendel de as.
De machine wordt extern bediend! Om te annuleren, het alarm bevestigen.
De veldspuit wordt momenteel niet meer via de terminal, maar via een ander invoerapparaat bediend. Om de externe bediening te beëindigen, bevestigt u het alarm. U krijgt dan weer de controle over de bediening.
 
 
SPUITREGELING
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
SPUITREGELING
Streefwaarde niet haalbaar.
Het systeem kan de afgiftehoeveelheid niet aan de streefwaarde aanpassen.
SPUITREGELING
Druk te laag
De minimale spuitdruk kon niet bereikt worden. Parameter: Min. druk
SPUITREGELING
Druk te hoog
Druk hoger dan in de parameter ingesteld. Parameter: Max. druk
Debiet l/min boven meetbereik debietmeter.
Te hoog debiet. De debietmeter kan niet nauwkeurig meten.
Debiet l/min onder meetbereik debietmeter.
Te laag debiet. De debietmeter kan niet nauwkeurig meten.
 
 
SYSTEEM
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Voor de verandering van de parameters moet eerst het wachtwoord worden ingevoerd.
De functie die u wilt uitvoeren, is alleen beschikbaar nadat het wachtwoord werd ingevoerd.
 
 
TRAIL-Control
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Hoeksensor dissel is defect.
De spanning op de analoge ingang bevindt zich buiten het geldige bereik.
Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
1.
Vervang de hoeksensor.
Hellingsensor defect.
De spanning op de analoge ingang bevindt zich buiten het geldige bereik. Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
1.
Vervang de hellingsensor.
Gyroscoop defect.
De spanning op de analoge ingang bevindt zich buiten het geldige bereik. Geldig bereik: 0,5 V tot 4,5 V
1.
Vervang de gyroscoop.
Kalibrering noodzakelijk
Geen geldige waarde voor de middenstand van de dissel.
1.
Kalibreer de TRAIL-Control.
Parameters controleren
Waarden in de configuratie buiten het geldige bereik:
Bij disselbesturing:
Dissellengte: 80 cm - 300 cm
Framelengte: 100 cm - 500 cm
Bij fuseebesturing:
Dissellengte: 200 cm - 800 cm
1.
Voer correcte waarden in het met een wachtwoord beveiligde gedeelte in.
Hellingsensor niet correct gemonteerd.
Geldig spanningsbereik tijdens het kalibreren: 1,5 V tot 3,5 V
Hoeksensor dissel niet correct gemonteerd.
Geldig spanningsbereik tijdens het kalibreren: 1,5 V tot 3,5 V
Gyroscoop niet correct gemonteerd.
Geldig spanningsbereik tijdens het kalibreren: 1,5 V tot 3,5 V
Hoeksensor dissel omgekeerd.
Bij het kalibreren van de eindaanslagen is de verkeerde draairichting vastgesteld.
Storing sensoren
Korte signaalonderbreking bij alle sensoren
 
 
Vario-Select
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Geen overlapping in de Vario Modus: Spuitdoppen uitwisselen of groter drukbereik instellen.
Met de gemonteerde spuitdoppen is het niet mogelijk om alle streefwaarden in het geselecteerde bereik te bereiken. Eventueel hebt u een andere spuitdop nodig.
Controleer ook of de gemonteerde spuitdoppen ook gekozen werden:
Voor Vario-modus minimaal 2 spuitdoppen vereist.
Zorg ervoor dat minstens twee spuitdoppen op elke spuitdopdrager gemonteerd zijn en dat ook deze spuitdoppen in de software ingesteld zijn. Zie: Spuitdoppen van de meervoudig uitgevoerde spuitdophouders configureren
 
 
Zonder toewijzing
Tekst van de alarmmelding
Betekenis
Om door te gaan, gebruikerswachtwoord invoeren.
De instelling is wachtwoordbeveiligd.
Om door te gaan, servicewachtwoord invoeren.
De instelling is wachtwoordbeveiligd.